Levent, Istanbul. Donderdagochtend, een dag uit het leven van een expat in Istanbul. Om 09.15 uur open ik de deur. De zon schijnt fel in mijn gezicht. Het is te warm voor een leren jasje. Ik denk dat het bijna twintig graden is. Het is mijn maandelijkse periode en ik heb tampons nodig. Ik weet dat dit nog een hele opgave kan zijn, maar met mijn stomme kop heb ik er niet eerder aan gedacht. Er zitten twee drogisterijen, zeven supermarkten en ontelbare bakkalar (plaatselijke-van-groente-en-fruit-brood-lingerie-en-asbakken-oftewel-van-alles-en-nog-wat-winkeltjes-zonder-tampons). Op straat lopen vrouwen in niqaab, vrouwen met felgekleurde hoofddoeken, vrouwen in mini rokjes en vrouwen in zakelijk kostuum. Ik loop gewoon in mijn joggingsbroek en geniet van de zon. De hele winkelstraat struin ik af op zoek naar tampons. Ik ga winkel in en winkel uit en op mijn beste Turks probeer ik uit te leggen dat ik echt geen maandverband maar tampons wil. Niemand schijnt me te begrijpen.
Aan de kant van de weg zit een gezin: man, vrouw, dochter en babyzoon. Ze zitten er elke dag. Vuile kleding, blote voeten, vieze handen, vettig haar. Eerst was ik boos op ze. Ik dacht bij mezelf: “Hee, joh, zorg voor een betere toekomst voor je kinderen. Ga eens iets doen! Maak muziek of zo. Wat zitten jullie nou te bedelen?”.
Maar tijdens een gesprek met vriendlief over het verschil tussen werkende Europeanen en werkende Turken kwamen we uit op het onderwerp bedelaars. “Canim, lutfen ya. Voor je oordeelt moet je eens je ogen opendoen. Die mensen komen uit Syrië. Waar oorlog is weet je wel. Met pijn en moeite zijn ze hier gekomen en dit is nu hun leven” aldus Nevzat. Hij heeft er wel vaker een handje van om me keurig op m`n plek te zitten, maar als het onderwerpen als dit betreft schaam ik me toch wel een beetje.
Ik neem me voor om ze eens wat eten te geven. Maar hoe je het ook went of keert: bedelen blijf ik verkeerd vinden. Ik denk aan de man zonder schoenen die Eva en ik afgelopen winter op straat aantroffen. Het hagelde en sneeuwde en het was werkelijk stervenskoud. De man van rond een jaar of zeventig liep op zijn sokken vol gaten door de sneeuw. En terwijl alleen mijn neus bloot was, begaf ik het bijna van de kou.
Het idee was om schoenen voor hem kopen, maar we bedachten ons dat de beste man waarschijnlijk überhaupt niet eens op schoenen zou kunnen lopen. We probeerden het hem te vragen, maar hij begreep ons niet. Uiteindelijk hebben we hem mee naar een ‘lokanta’ (google is je vriend) genomen en voorzien van warme soep en brood. Met tranen in onze ogen namen we afscheid. Ik herinner het me nog goed, de hele situatie maakte namelijk een ontzettende indruk.
Ik weet dat ze bij drogisterij ‘Gratis’ tampons verkopen, maar die zit hier natuurlijk niet. De straat is druk. Overal lopen mensen kris kras door elkaar. Auto`s toeteren, verkopers schreeuwen, vrouwen bellen en muziek knalt uit de winkels. Ik zie een winkel waar ze kleding voor gesluierde vrouwen verkopen. Daar heb ik niet veel aan als expat in Istanbul!
Ernaast zit een halve drogisterij/halve erotiek-winkel en vol goede moed stap ik naar binnen. Parfum, sieraden, make-up, sm-pakjes, condooms, glijmiddel voor anale sex, shampoo, tandpasta en al het andere wat je maar kunt bedenken op het gebied van persoonlijke verzorging. Behalve tampons.
Gisteren hebben Alica en ik gezondigd. Hamburgers, bier en slechte stand-up comedian shows. Onze avond was perfect. Geen zware onderwerpen, maar gewoon overal een grap van maken. In pyjama. Soms is het heerlijk om een avondje helemaal aan niets te denken, maar alleen maar te genieten van het leven als expats in Istanbul.
Als twee meisjes uit in Europa beleven we als expat in Istanbul genoeg. We maken dezelfde bizarre situaties mee, lachen om dezelfde typische Turkse dingen en doen allebei een moord voor een goed glas wijn en een kaasplankje met lekkere kaas. Het was een heerlijke avond.
Happy Center is een supermarkt met een gigantische gele smiley op de voorgevel. Maar ondanks de naam heeft Happy Center me nog niet heel happy gemaakt. Behalve dat alles er minimaal 20% duurder is dan in andere supermarkten en het personeel er zeer onvriendelijk is, is het assortiment ook nog eens belachelijk. Een rij vol dezelfde pasta, het enige ‘kruid’ dat ze er verkopen is zout en behalve appels en bananen is er geen ander fruit te vinden.
Eigenlijk wil ik de supermarkt overslaan, maar mijn benen slepen me toch de winkel in. En warempel: Happy Center heeft o.b. tampons in het assortiment. Ongelofelijk! Ook hebben ze plastic bakjes (ik ben de naam vergeten, van die plastic bakjes waarin je eten bewaart in de vriezer of koelkast) die ik al een tijdje zoek. Blij dat ik toch naar binnen ben gelopen, keer ik heel happy om naar huis. Daar aangekomen spring ik onder de douche.
Gisteren kwam er om een of andere bizarre reden geen water uit de kraan. Geërgerd belde ik Nevzat op, het was natuurlijk zijn schuld, want ik moest weg en er stond afwas en dit en dat en zus en zo. Hij nam zijn telefoon niet op en toen was ik boos, want meneer werkt natuurlijk niet en heeft alle tijd van de wereld om de hele dag mijn telefoontjes te beantwoorden. Boze appjes volgden. Meneer reageerde ook daar niet op en toen werd ik kwaad.
Terwijl mijn hoofd rood werd rinkelde mijn telefoon. Het was Nevzat: of ik even de deur open wilde doen. Mijn held kwam het probleem met het water regelen zodat het prinsesje uitgebreid kon badderen. Hij had meteen maar de middag vrij genomen en terwijl ik lekker lag te badderen heeft hij ook nog eens koffie voor me gezet. Daarna hebben we de hele middag op de bank gehangen. s`Avonds ging hij weer werken en ik dus naar Alicia om hamburgers te eten en bier te drinken.
Het gaaaaaaahaaaaaaas doet het nieeeeeehieeeeeeet. Ik ben het zat. Ik ga weg hier. Weg. Ik woon niet in Afrika. Dit is Istanbul. Dat is bijna Europa
Inmiddels is het al 11.15 uur. Na mijn douche zet ik de wasmachine aan, open ik de ramen en maak de keuken schoon. Ik zet mijn laptop aan en met een grote mok Nescafe (ik zou twintig euro overhebben voor een kopje echte koffie) vervolg ik mijn zoektocht naar een baan.
Op het internet plaats ik advertenties om mezelf aan te bieden als oppas, tutor en leraar, maar behalve berichtjes van wanhopige mannen heb ik nog geen serieuze reactie gehad. Nevzat belt of ik even contact kan opnemen met een bepaald merk dat hij wilt importeren en inmiddels is het alweer twee uur later. Ik ga lunchen: een omelet en salade, daar heb ik zin in.
AAAAAARGH. Het gas doet het niet. De boiler springt groen en rood en zegt dingen die ik niet begrijp. Helemaal over mijn toeren bel ik Nevzat. “Het gaaaaaaahaaaaaaas doet het nieeeeeehieeeeeeet. Ik ben het zat. Ik ga weg hier. Weg. Ik woon niet in Afrika. Dit is Istanbul. Dat is bijna Europa”. breng ik bijna huilend uit. “Liefurd, bir az sabir luften” zegt hij alleen maar. “Wat nou een beetje geduld. Mijn geduld is op. Ik ga weg. Genoeg is genoeg.
Het leven als expat in Istanbul valt me soms zwaar. Ik heb al een paar keer zonder elektriciteit en zonder water gezeten. En nu is er geen gas. Ik heb geen droger, geen blender, geen tosti-ijzer. Ik heb geen pindakaas, geen brie, geen wijn. Ik wil een nieuwe föhn, een wasrek en pesto. Ik wil een houten vloer, drop, stokbrood en een bad. Ik heb HELEMAAL NIETS”. breng ik ehh.. niet zo aardig uit. Nevzat zegt alleen maar: “We hebben het er later wel over” en wimpelt me daarna keurig af.
Maar, dit is Istanbul en op iedere meter van iedere straat zit wel een gelegenheid waar ik het lekkerste eten kan kopen. Dus ik ga naar buiten, zoek de pilav-man en bestel een portie pilav met kip en heel veel ketchup alsjeblieft. En een beker ayran. Dat is dan drie lira, oftewel een euro. Als ik weer thuis ben zet ik de muziek aan, hang de was op, ruim de slaapkamer op en begin aan een nieuw blogartikel. Rond 18.00 uur komt Nevzat thuis.
Hij knijpt in m`n zij, loopt naar het balkon, pakt de gereedschapskist, sleutelt hier en daar wat en vraagt af en toe of ik een hamer/moersleutel/schroevendraaier/schaar wil aangeven. Ik heb geen idee wat hij precies wilt hebben dus kom ik elke keer keurig aanzetten met een willekeurig hulpmiddel van de dingen die hij heeft uitgestald. De rotzak ligt in natuurlijk in een deuk omdat ik precies nul keer het juiste aangeef, dus ik ga op de bank zitten en zet een film aan.
Een half uur later komt hij trots de woonkamer in. “Het is tijd voor koffie. Het gas werkt weer”. zegt hij. Dolblij geef ik hem een zoen op zijn neus (ik wilde hem op zijn voorhoofd geven, maar hoger kom ik niet) en hij mij een aai over m`n bol. We bespreken het een en ander, kibbelen over wie wat doet als we ooit trouwen en houden een kussengevecht.
Om 22.00 uur gaan we de deur uit. We rijden richting Ortakoy, stappen een fancy club binnen en met een glas wodka in onze handen genieten we van het uitzicht over Istanbul. Ik denk aan de man op blote voeten en aan het gezin uit Syrië terwijl ik kijk naar de schepen die onder de brug doorvaren. Ondertussen geniet ik van de zee, van het licht van de stad en van de brug. Ik heb mijn lief, mijn nieuwe verblijfsvergunning, een dak boven mijn hoofd en Nescafe. En ineens besef ik me hoe gelukkig ik mezelf mag prijzen dat ik een expat in Istanbul ben. Man, ik woon in Turkije!
Dit is het land waar tampons haast niet te krijgen zijn, waar je voor een euro heerlijk kunt eten, waar zwart gesluierde vrouwen en vrouwen in mini rokjes samengaan en het land waar ik brie, pindakaas, goede wijn, kroketten, kaas en nog veel meer mis, maar waar ik ayran, pilav, pide, borek en sarelle chocoladepasta heb. Het land waar bedelaars op blote voeten lopen en Lamborghini’s je voor de voeten rijden. En als ik om 03.00 s`nachts in bed lig denk ik alleen nog maar: het leven als expat in Istanbul is fijn!
3 Comments
echt super leuk geschreven nena! count your blessings en met een beetje meer sabir af en toe komt die baan er ook wel! xx
[…] hoor, hier raak je toch gestoord van? En nu hoor ik je denken: “Ja, ach, dat is in al die zuidelijke landen zo”. Ja, […]
[…] ongezouten, maar onderbouwde mening. Maar dit was een persoonlijke update. Een update over onze luxe problemen, die ineens helemaal niet zo belangrijk meer zijn. Want vergeleken met de vluchtelingen in Istanbul […]