Emigreren naar Turkije is niet moeilijk, integreren is echter een ander verhaal..

Integreren, het is nogal wat. Soms is het zelfs moeilijker dan ik dacht. Emigreren naar Turkije is niet moeilijk. Het is een kwestie van een ticket boeken en je koffers inpakken. Na een vlucht van ruim drie en een half uur sta je dan in je nieuwe land. Zo simpel is het. Integreren, dat is echter een ander verhaal. Dat lijkt zo mooi en zo simpel, maar dat is het niet. Het is weg vol vallen en opstaan. Obstakels overwinnen, heimwee en gemis, leren, en heel veel water bij de wijn doen. Het begint allemaal met de taal. In Turkije wordt slecht Engels -of een andere vreemde taal- gesproken. Ik ben zes weken naar school gegaan om de taal te leren en hoewel ik de de taal nog lang niet goed beheers, spreek ik inmiddels goed Turks. Ik doe boodschappen in het Turks, ik kijk het nieuws in het Turks en ik maak ruzie in het Turks. Geen probleem. Wie naar een ander land verhuist moet nu eenmaal ook gewoon de taal leren. Vind ik. Het hoort erbij, het moet.

Een huis.

Toen ik hier kwam had ik geen plek die ik ‘mijn thuis’ kon noemen. Ik had een huis. En tot vorige week was dat nog steeds zo. Het is zo moeilijk om een appartement te vinden wat betaalbaar is, goed gelegen is en een thuis kan worden. We wachten nu al weken op een appartement, maar ze zijn hier niet zo snel. Dit maakt de integratie echt een stuk moeilijker. Inmiddels wordt dit mijn vierde woning. Maar een woning is geen ‘thuis’. Ik heb nooit zoveel moeite gehad om me ergens thuis te voelen. Maar als je ergens woont, als ergens je vaste verblijfplaats is, dan heb je een thuis nodig. Een plek waar je `s avonds jezelf kunt zijn en tot jezelf kunt komen. Dat zou integreren een stuk makkelijker maken. De bureaucratie is echter om gek van te worden. Ik vind het heel, heel erg moeilijk om me hierin aan te passen. Waar de Turken langzaam zijn, rustig blijven en nog nooit van het wordt stress hebben gehoord, loopt het zweet bij mij over m`n rug, eet ik mijn nagels op en kan ik er niet van slapen. Van het kastje wordt je naar de muur gestuurd. Van de muur wordt je naar het kastje gestuurd. Het is letterlijk om gek van te worden. Het zit er bij ons Nederlanders ingebakken om op tijd te komen, om stapels papierwerk te regelen en netjes mee te nemen en om geordend en gestructureerd te zijn. De omschakeling naar een `Ach maak je niet druk, het komt wel goed` houding is zo een, twee, drie nog niet gemaakt.

Na twee minuten lijk je iemand zijn beste vriend te zijn, maar echte diepgang zal er nooit komen.

Vrienden zijn ook zoiets belangrijks. De Turkse cultuur is zo totaal anders. Vriendschappen met Turken zijn oppervlakkig, heel oppervlakkig. Na twee minuten lijk je iemand zijn beste vriend te zijn, maar echte diepgang zal er nooit komen. Als nuchter, Nederlands meisje maak ik ook nog wel eens de fout dat ik niet bepaald op mijn mondje ben gevallen terwijl kritiek en commentaar -hoe goed bedoeld ook- hier gewoon not done zijn. Ik las ooit eens ergens dat uit een onderzoek bleek maar 12% van de Turken vertrouwen heeft. Dat betekent dus dat niemand elkaar vertrouwt. Hoe bizar is dat? Ik vind het moeilijk om vrienden te maken, zelfs om ze te vinden. Gelukkig heb ik mijn vrienden in Nederland er is er zoiets als online communicatie, maar het zou fijn zijn als ik hier ook een aantal ‘echte’ vrienden zou hebben. Net zoals familie. Want die familieband die hier zo hoog in het vaandel staat, stelt serieus maar zo weinig voor. Ik zie het, ik hoor het en ik maak er zelfs zelf deel vanuit. Eerst was het alleen van horen zeggen, geklaag van vriendinnen en kennissen. Grapjes maakten we erover. Die schoonfamilie die denkt dat ze alles kunnen bepalen, die overal een mening over hebben en die graag alles willen betalen (zodat ze dus alles kunnen bepalen). En nu, nu ik hier echt woon blijkt die schoonfamilie van mij niet anders te zijn. Gestoord vind ik ze en ik ben nu zelfs op het punt dat ik geen contact meer met ze wil hebben. Nooit meer. Voor iemand die bezig is met integreren zou een fijne schoonfamilie een leuke bijkomstigheid zijn. Het zou bepaalde zaken kunnen vergemakkelijken. Maar in de meeste gevallen levert die van mij niets meer dan stress op. Ik ervaar mijn schoonfamilie als zeer onprettig en iedereen die ik hier ken zegt niets anders over zijn of haar schoonfamilie.

Bemoeizucht en nieuwsgierigheid

Een ander aspect van de Turkse cultuur is bemoeizucht en nieuwsgierigheid waarmee ik simpelweg niet mee overweg kan. Hoewel Istanbul een wereldstad is en 20 miljoen inwoners heeft is de sociale controle hier belachelijk groot. En hoewel dat zijn voordelen heeft, zie ik vooral de nadelen. Ik kleed me nooit goed. Of ik ben te bloot of ik ben te bedekt. Of ik praat teveel of ik ben te stil. Iedereen weet altijd alles. De buren weten precies wanneer je het vuil buiten hebt gezien en ook dat je dat in je pyjama hebt gedaan. Daar wordt over gepraat, want dat is not done; het vuil in je pyjama buiten zetten. Gordijnen moeten altijd dicht en je kunt niet in ontbloot bovenlijf naar de keuken om een glas water te drinken want voor je het weet ben je het gesprek van de week.

Hoewel Istanbul een wereldstad is en 20 miljoen inwoners heeft is de sociale controle hier belachelijk groot.

Waar ik me ook ontzettend aan erger en iets wat ontzettend tegen mijn persoonlijke normen en waarden ingaat is geld. Geld is iets waar Turken niet mee weten om te gaan. Althans, in mijn ogen dan. Het lijkt wel of er niemand verder kijkt dan morgen. En dat frustreert me soms me heel erg. Ik kan het ronduit niet uitstaan dat iedereen zo makkelijk met geld omgaat. Het lijkt wel alsof ze hier met een creditcard in hun handen worden geboren. En het is niet mijn probleem hoe mensen met geld omgaan. Maar het is wel iets van deze nieuwe cultuur waarin ik leef en indirect mee word geconfronteerd. Nevzat maakt er wel eens grapjes over. Dat wij Nederlanders al voor vijftig jaar in de toekomst een financieel plan hebben maar morgen misschien wel dood zijn. Hij maakt zich niet druk. Ik wel. Ik lig er soms wakker van. Hij vind het dan grappig om met behulp van de rekenmachine te laten zien dat ik hier nog minimaal twee jaar kan leven zonder dat ik een baan nodig heb. Ik raak daar dus nog meer van in de stress. Want hoe zit het dan als ik op reis wil? Of naar Nederland wil? Of Uggs wil kopen van de winter? Of een nieuwe wasmachine nodig heb? Of als we misschien wel zwanger raken? Of als Nevzat zijn zaak verliest? En we op straat moeten leven? Of als de huur omhoog gaat? Of ik naar het ziekenhuis moet? Zie je, zo nuchter zijn wij Nederlanders nog niet. En met gierigheid is al helemaal niets mis. Sparen moeten we. SPAREN!

Over ons Nederlanders gesproken..

De Febo, de Hema, beemsterkaas, potjes saus, kroketten, kaassouflès, drop, vla, kadetjes, hagelslag, pindakaas, goede koffie, kruiden voor de pasta, knorr`s wereldgerechten, boemboe-mixen, emping, de chinees, ontbijtkoek, HEMA, kant en klare pannenkoeken, vleeswaren, croissantjes, afbakbroodjes, rijstwafels, oude kaas, schimmelkaas, Italiaanse & Franse kaas, de Blokker, de fiets, ik mis het allemaal. Het is vooral eten waar ik het over heb. Ik vind het dan ook nog steeds heel moeilijk om mijn weg in de keuken te vinden hier. Ik mis de Nederlandse supermarkten, of laat ik eerlijk zijn, ik mis de Italiaanse supermarkten waar alles overzichtelijk is, waar het aanbod groot is en waar je alles vanuit de hele wereld voor een betaalbare prijs kunt vinden. Ik kan niet Turks koken en hoewel de Turkse keuken heerlijk is, komt het me soms gewoon mijn neus uit.

En dan heb ik het nog niet over het weer gehad. Het is precies hetzelfde als in Nederland maar dan of tien keer kouder of tien keer heter. Ik houd het bijna niet uit hier nu het zomer is. Het lijkt wel of ik een lopende zweetbom ben. Mijn energie heeft echt het laagste punt bereikt en ik ga liever niet gewoon helemaal niet naar buiten. Er staan nog zoveel dingen op mijn to-do en to-see lijstjes, maar ik kom gewoon pas s`avonds tot leven. Ik hoorde van andere expats dat het hun vier jaar heeft gekost om aan het weer te wennen en als ze nu naar Nederland gaan hebben ze het koud. Nou, ik betwijfel het ten zeerste.

Nu lijkt het net of ik klaag en vraag je jezelf misschien af waarom ik hier nog ben. Maar dat is mijn punt niet. Ik ben gelukkig hier. De weg van integratie is alleen niet altijd even makkelijk. Het gras lijkt altijd groener aan de overkant, maar dat is het natuurlijk niet. Ik mis Nederland niet. Ik ben wel anders naar Nederland gaan kijken. Meer dingen gaan waarderen. Geen enkel land is perfect. Maar als je een goede balans kunt vinden tussen jouw cultuur, tussen jouw normen en jouw waarden en die van het land waarin je woont, dan kom je al een heel eind. Ik ben blij om hier te zijn en heb het naar mijn zin. Ik heb mijn lief hier. Ik leer hier. Ik leer hier om liefde te delen, om meer open te staan voor andere meningen en andere manieren van leven. Ik leer om mezelf aan te passen, om te steunen en ruimte te geven aan persoonlijke ontwikkeling. Ik leer dat niet altijd alles koek en ei hoeft te zijn en dat je jezelf niet hoeft te schamen als het leven even wat minder gaat. Ik heb geleerd wie mijn echte vrienden zijn en wat ze voor mij betekenen. En bovenal heb ik mezelf een stuk beter leren kennen. Vriendinnen noemden mij altijd identiteitsloos. Een nomad. Een boho. Volgens mij ben ik dat ook wel ergens. Maar ergens, heel diep van binnen, waar ter wereld ik ook ben, zitten toch wel een aantal hardnekkige Nederlandse wortels gevestigd.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.